Woord: apenvot
apenvot , aapevot , mannelijk
, aapevotte , aapevötje , achterwerk van een aap. Zie geljt aan ein aapevot verzeen: op het verkeerde paard wedden; in luchtkastelen beleggen. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
apenvot , [dreumes] , apevot , (vrouwelijk)
, dreumes Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |