Woord: dwarskijker
dwarskijker , dwaskieker , mannelijk
, dwarskijker Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen |
dwarskijker , dwaesjkiekert , mannelijk
, dwaesjkiekesj , dwarskijker. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
dwarskijker , dwarskieker , de
, dwarskiekers , 1. zwartkijker 2. spion, ook ongewenste getuige (Hgv) 3. scheel persoon (Dwi) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
dwarskijker , dwaskieker , zelfstandig naamwoord
, de; dwarskijker, zwartkijker Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |