Woord: eindelings
eindelings , énjtelings
, eindelijk; tenslotte. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
eindelings , êêndelang , bijvoeglijk naamwoord
, overlangs, in de lengterichting Êêndelang was tie gebrooke Ook endelang Zie ook tendelang Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |