Woord: ergeren
ergeren , aigern , [aĭgǝrn]
, ergeren; daor aigere ik mi ån: daar erger ik mij aan Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen |
ergeren , aargern
, ergeren Bron: Steenhuis, F.H. (1978), Stoere en Olderwetse Grunneger Woorden, Wildervank: Dekker & Huisman |
ergeren , ergere , werkwoord
, Verergeren, in de zegswijze ’t Moet eerst ergere, wul ’t betere, het moet eerst nog erger, pijnlijker of onaangenamer worden, vóór er een wending ten goede komt. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
ergeren , ergere
, ergerde zich, haet zich geërgert , zich ergere, zich ergeren, kwaad worden. Erger dich neit, dat is sjléch veur diene rikketikkert: erger je niet, dat is slecht voor je hart. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
ergeren , ergere
, ergerde, geërgert , erger worden. De feeber ergert zich: de koorts is toegenomen. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
ergeren , argern , aargern, ergern
, (Zuid-Drenthe, Midden-Drenthe). Ook aargern, ergern (Noord-Drenthe, Zuidwest Drenthe, noord), ergern (Ass) = ergeren Wat kuj je der an argern aj zeet, hoe ze met aandermans gerak umgaot (Bei), Die kerel is zo verrekte eigenwies, daor kuj je wal dood an argern (Bco), ... ziek an argern (Bui), Daor kan ik mij toch over argern! (Pdh), Ik argere mij geweldig an dat gezeur (Eli), Zij argerden zich blauw (Hgv), ...gruin (Eco) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
ergeren , ärgeren
, ergeren Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
ergeren , ârgern
, ergeren. Ik mudde mien geregeld ârgern an die lummel van ’n jonge. Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde. |
ergeren , argeren , aargeren , werkwoord
, ergeren Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
ergeren , èrgere
, in teejge d’n èrgere tijd vlak voor de menstruatie , Vrouwen zijn in die tijd wel eens korzelig; ze zitten dan ”teejge d’n èrgere”. Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen |