Woord: fabriceren
fabriceren , fabbreseiere
, fabbreseierde, haet of is gefabbreseiert , fabriceren. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
fabriceren , fabresere , werkwoord
, fabreseerde, gefabreseerd , fabriceren , VB: Op dy febrik fabresere ze van aal: tasse, teleure, tegele.; in elkaar zetten VB: Van get aw oonderdejle haw mich toch nog 'nne fits gefabreseerd Bron: Jaspars, G. en H. FiƩvez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |