Woord: gaslicht
|
gaslicht , gaasleich , onzijdig
, gaasleichter , gaaslejchske , gaslicht. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
|
gaslicht , gaslicht , gäslicht
, gaslicht. Ook: Gunninks woordenlijst van 1908: gäslicht Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
|
gaslicht , [gaslicht] , gaasleech , gaasleecht , (onzijdig)
, gaslicht Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |