Woord: gebloemd
gebloemd , bloumkede
, zie: rootjede. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
gebloemd , bloumd
, (gebloemd) zegt men van aardappelen die kruimig zijn zonder te brokkelen; doen ze dit wel dan noemt men ze meeldêrg; vrouger wassen dei winterzijsen altemaal mooi bloumd, zij laggen net as aierdolen op schuddel. Middel-Nederlandsch bloemt, gebloemt. Bont, allerlei kleuren vertoonende, troebel. (Verdam) Zie ook: bluien, van ’t water. Zie: bloumen. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
gebloemd , gebleump
, gebloemd. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
gebloemd , gebluimp
, gebloemd. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
gebloemd , gebloemd , bijvoeglijk naamwoord
, met bloemetjesmotieven Zij hef een mooi gebloumde schoet veur (Bco), Wij hebt gebloemd behang (Sle), ...gebloemd pepier behang (Wijs), Wat mooi gebloemd holt (Wtv) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
gebloemd , gebloemd , bloemd , bijvoeglijk naamwoord
, met bloemmotieven Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
gebloemd , geblomd , bijvoeglijk naamwoord
, gebloemd De jurrek was lillek geblomd; ’t leek wel een soepzoochie De jurk had een lelijk bloemmotief; het leek wel een soepzootje Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
gebloemd , geblömp , bijvoeglijk naamwoord
, gebloemd , VB: Dat mèitske hèt e sjoen geblömp kletsje aon.; rijstevlaai (motief op geblömp) geblömp VB: Riésvlaoj ês geblömp es 'r aon de boëvekaant lichte en doonkerbroûjn plëutskes hèt. Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |