Woord: ingeving
ingeving , ingaeving , vrouwelijk
, ingaevinge , ingeving. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
ingeving , ingeving , de
, ingevings , inval, idee Ik kreeg zo ieneens een ingeving (Flu) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
ingeving , ingeving , zelfstandig naamwoord
, de; gedachte door ingeving, (gelukkige) inval Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |