Woord: invoeren
invoeren , invuiere
, vuierde in, haet of is ingevuiert , invoeren. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
invoeren , invoeren , zwak werkwoord, overgankelijk
, 1. binnenvoeren Der wordt op het moment meer invoerd as oetvoerd en dat is nich zo best veur het land (Bov) 2. invoeren Zie wilt het Drents ok op de schoelen invoeren (Sle) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
invoeren , [importeren] , inveure
, invoeren, importeren Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |