Woord: jaarfeest
jaarfeest , jaorfees , onzijdig
, jaorfeeste , jaarfeest. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
jaarfeest , jaorfeest , het
, (Zuidwest-Drenthe, zuid, Veenkoloniën) = jaarlijks terugkerend feest Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
jaarfeest , jaerfêêst , zelfstandig naamwoord
, jaerfêêste , jaerfêêssie , jaarfeest, het jaarfeest nam in Protestant Christelijke kringen de plaats in van de wereldlijke ‘uitvoering’ waar toneelstuk werd vervangen door saomespraek Op het jaerfêêst van de gaaitefokverêêneging metten bijbel wier d’r voorgedrooge en een saomespraek gespeuld Tijdens het jaarfeest van de geitenfokvereniging met de bijbel werd er voorgedragen en een toneelstuk (samenspraak) opgevoerd Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |