Woord: jonker
|
jonker , jonker , jonkheer , (met klemtoon op jònk) , (zelfstandig naamwoord mannelijk)
, Jongeheer; als aanspraak tegen hoger geplaatste, maar niet-adellijke personen gebruikt door lieden uit het volk. || Goeiendag, jonkheer. Pas op, jonker. – Vgl. heer. Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971) |
|
Jonker , Joonker
, Jonker (familienaam) Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen |
|
jonker , junkerke , onzijdig
, junkerkes , duizendschoon, Dianthus. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
|
jonker , jungkerke
, duizendschoon. Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo. |
|
jonker , jonker , de
, jonkers , 1. jonker De jonker gunk ien keer ien ’t jaor bij de meiers langes (Ruw) 2. hartenboer (Zuidwest-Drenthe, zuid) 3. in een kale jonker a. man zonder geld, die doet voorkomen of hij rijk is Een kaele jonker is iene zunder geld (Dwi) b. moerasvederdistel, Cirsium oleraceum Scop. (Midden-Drenthe, wm) Speerdistels kunt wal meer as een meter lang worden. Ze wordt ok wal kale jonkers nuumd (Zwe) *Hoe kaler jonker/Hoe groter pronker (Hgv), zie ook bij lichtmis Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
|
jonker , [paarse pronkbonen] , jonkers
, paarse pronkbonen. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |
|
jonker , [duizendschoon] , junkerke , (onzijdig)
, junkerkes , duizendschoon Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
|
jonker , jûnkerkes
, (verkleinwoord, meervoud) anjertjes, duizendschoon Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
|
jonker , kind van jonker Stoop
, wâ denk je wel, dâ je ’t kind van jonker Stoop ben?! [jonkheer Stoop bewoonde een villa aan de Albert Cuypsingel] Uitdrukking, te vergelijken met: wij hebben ’t geld niet op onze rug groeien! Bron: Grauw, Sibrand de en Gerard Gast (2014), ABC Dordt. Dordtse woorden en uitdrukkingen, dialect, verhalen en versjes, gedichten en straattypes, Asaprint Uitgeverij, Dordrecht. |