Woord: kettingkruid
kettingkruid , këttekroet , onzijdig
, paardebloem, Taraxacum officinale. Van de holle stengels van de bloemen maakten de kinderen door ze in elkaar te steken kettingen enz. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |