Woord: kiezelsteen
kiezelsteen , kizzelsjtein , mannelijk
, kizzelsjtein/keizelsjtein , kizzelsjténke/keizelsjténke , kiezelsteen. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
kiezelsteen , kielstien , kietelstien , de
, (Zuidwest-Drenthe, zuid, Zuidoost-Drents zandgebied). Ook kietelstien ( Zuidoost-Drents zandgebied) = glad kiezelsteentje waarmee kinderen elkaars rug bewerkten; dat gaf een gevoel van kietelen Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
kiezelsteen , kiezelstien , de
, kiezelsteen Grind bestaot uut kiezelstienties (Smi) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
kiezelsteen , kiezelstien , zelfstandig naamwoord
, de; kiezelsteen Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
kiezelsteen , kietelkaai
, kiezelsteen. ook “kiedelkaai”en “kielekaai”. Bron: Luysterburg, J. e.a. (2007), Dialecten in het Zuidkwartier. Hoogerheide, Ossendrecht, Putte, Woensdrecht, Heemkundekring Het Zuidkwartier. |
kiezelsteen , kezelstein , (mannelijk)
, kiezelsteen , Ei kezelsteinke inne sjoe höbbe. Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
kiezelsteen , keêzelsteinkes
, (verkleinwoord, meervoud) kiezelsteentjes Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |