Woord: appartement
appartement , appattement , zelfstandig naamwoord
, et; apartement Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
appartement , appartemeent , zelfstandig naamwoord onzijdig
, appartemeentte , appartemeentsje , appartement , VB: 'r Hèt e sjoen appartemeent mêt oétzich op de Maos. Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
appartement , appärtement , (zelfstandig naamwoord)
, appartement, wooneenheid. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |