Woord: bedwang
bedwang , bedwang , bedwaank
, Ook bedwaank (Zuidwest-Drenthe), in in bedwang onder controle Help mij eeis even, ik kan dat peerd niet in bedwang holden (Eex) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
bedwang , bedwang
, (Gunninks woordenlijst van 1908) bedwang, dwang. Gunninks woordenlijst van 1908: Mutten is bedwang ‘ik laat me niet dwingen’ Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
bedwang , bedwaank , zelfstandig naamwoord
, bedwang , bedwaank Zw: Zich ién bedwaank hawe: zich beheersen Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |