Woord: beschaving
beschaving , beschaving , beschaoving, beschaeving
, (Zuid-Drenthe, Midden-Drenthe). Ook beschaoving (Noord-Drenthe), beschaeving (Zuidwest-Drenthe, noord) = beschaving Breng die vent is wat beschaeving bij (Dwi) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
beschaving , besjaoving , zelfstandig naamwoord vrouwelijk
, besjaovinge , - , beschaving Bron: Jaspars, G. en H. FiƩvez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |