Woord: beschikken
beschikken , beschikken
, vorderen, beschieten, voorzoover dit zintuigelijk merkbaar kan zijn; ’t beschikt nijt = het werk vordert niet naar wensch; hij beschikt nijt = zijn arbeid vordert weinig, en ook: hij komt niet vooruit omdat hij korte beenen heeft, of omdat hij langzaam gaat. Vgl. hōrtjen, en zie ook: schikken. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
beschikken , beschikken , (zwak werkwoord, transitief)
, In orde brengen, van de fijne was. || Ik moet vanmiddag nog de boorden en manchetten beschikken, dan ben ik klaar. De was is beschikt. Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971) |
beschikken , beschikken*
, of schikken*, ook = geven: zo’j mie ook wat geld beschikken kennen? Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |
beschikken , beskikng , werkwoord, zwak
, 1 regelen, bepalen, 2 de macht hebben Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl. |
beschikken , beschikken , zwak werkwoord, (on)overgankelijk
, 1. beschikken Hij kun nog niet over het geld beschikken (Pdh), As het neudig is, kuj aover mij beschikken (Mep) *De mens wikt, God beschikt (Sle) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
beschikken , beschikken , werkwoord
, 1. besluiten, beslissen 2. de beschikking hebben over, gebruik kunnen maken 3. regelen, bijv. in Aj’ wat naolaoten willen, moej’ daor bi’j testement over beschikken Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
beschikken , besjikke , werkwoord
, besjikde, besjik , beschikken , VB: Zoe te zién besjik 'r uüver rèjelik vëul géld. Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
beschikken , beskikken , (werkwoord)
, beskikken, beskikt , beschikken. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
beschikken , besjikke , werkwoord
, besjiktj, besjikdje, besjikdj , beschikken Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |