Woord: bewaarschool
bewaarschool , bewaorschòl
, kleuterschool (nu; onderbouw) Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
bewaarschool , bewaarsjool , vrouwelijk
, bewaarsjoole , bewaarsjeulke , bewaarschool of kleuterschool. Zie ook: kattesjeulke. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
bewaarschool , bewaarschoël
, kleuterschoël. Bron: Kuipers, Cor e.a. (1989), È maes inne taes. Plat Hôrster, Horst. |
bewaarschool , bewaarschole
, kleuterschool voor groep 1 en 2 van het huidige basisonderwijs. Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst. |
bewaarschool , bewaarschoel , de
, (veroud.) = kleuterschool Vrogger was het bewaarschoel, mor non zegt wij kleuterschoel (Sle), zie ook fröbelschoel Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
bewaarschool , bewaarschool
, kleuterschool. zie ook kakschool. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
bewaarschool , bewaorschool
, kleuterschool , Bewaorschool, kleuterschool of liigere school dé’s ût, nouw is’t baasisschool. Bewaarschool, kleuterschool of lagere school is uit, nu is het basisschool. Bron: Hendriks, W. (2005), Nittersels Wóórdenbuukske. Dialect van de Acht Zaligheden, Almere |
bewaarschool , beweerschoele , bewaerschoele , zelfstandig naamwoord
, de; bewaarschool, vroegere benaming voor kleuterschool Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
bewaarschool , bewaorschool , zelfstandig naamwoord
, bewaorschoole , bewaorschooltie , kleuterschool ook kakschooltie Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
bewaarschool , bewaorsjaol , zelfstandig naamwoord vrouwelijk
, bewaorsjaole , bewaorsjëulke , kleuterschool , (vero.) VB: Es keend goûng v'r nao de bewaorsjaol aachter ién de sjtraot oe 'n begyn sjaol doog. Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
bewaarschool , bewaarschool
, kleuterschool Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk. |
bewaarschool , bewaerskoele , (zelfstandig naamwoord)
, (verouderd), groep 1 en 2 van de basisschool, kleuterschool. Zie ook: kleuterskoele. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
bewaarschool , bewaorschool
, kleuterschool , tot oew vierde waarde bij moekes thuis en daornao giengde vur ’t jist naor de bewaorschool = tot je vierde was je bij moeder thuis en daarna ging je voor het eerst naar de kleuterschool- Bron: Melis, A. van (2011) Bikse Praot. Prinsenbeeks Dialectwoordenboek. Prinsenbeek: Heemkundekring ‘Op de Beek’ |
bewaarschool , bewaorschól , zelfstandig naamwoord
, kleuterschool (Land van Cuijk; Eindhoven en Kempenland) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |
bewaarschool , bewaarsjoeal , (vrouwelijk)
, bewaarschool, kleuterschool, tot 1984 een aparte school, sindsdien groep een en twee van de basisschool Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
bewaarschool , bewaarsjoeël , zelfstandig naamwoord
, bewaarsjoeële , bewaarsjuëlke , onderbouw, kleuterschool, fröbelschool, eerste en tweede jaar van de basisschool Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
bewaarschool , bewaarschool , bewaarschoeël , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk
, bewaarscho(eë)le , eerste vorm Buitenijen (kerkdorpen rondom stadskern), Nederweerts, Ospels; tweede vorm Weerts (stadweerts); kleuterschool Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
bewaarschool , bewaarschoeël
, kleuterschool Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. |