Woord: doodsbed
doodsbed , doodbed , (zelfstandig naamwoord onzijdig)
, Zie de wdbb. – In olie-, verf- en snuifmolens. De zwaar gemetselde massief stenen cilinder, die de metalen legger, waar de stenen over rondwentelen, ondersteunt. Vgl. Groot Volk. Moolenb. I, pl. 20 en 21; Groot Alg. Moolenb. I, pl. 11 en 15. Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971) |
doodsbed , doeëdsbed
, sterfbed. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
doodsbed , dootsbët , onzijdig
, dootsbëdder , dootsbëtje , sterfbed. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
doodsbed , doedsbed , zelfstandig naamwoord onzijdig
, - , - , sterfbed Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |