Woord: doodvallen
doodvallen , dootvalle
, voul doot, is dootgevalle , doodvallen. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
doodvallen , doodvallen , zwak werkwoord, onovergankelijk
, doodvallen Hij is zo gierig, hij valt dood op een dubbeltie (Hol), Hij kan um mij doodvallen, die mispunt (Odo), zie ook doodhageln Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
doodvallen , doén doedvalle , werkwoord
, aanhitsen , Zie sarren; sarren doén doedvalle (zie 'vallen'); 'nnen doén doedvalle treiteren (uitdagend treiteren); 'nnen doén doedvalle (zie 'vallen'); de kêns mich doedvalle verwensing (bep. verwensing); de kêns mich doedvalle Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |