Woord: driekwart
driekwart , driekwart , zelfstandig naamwoord de
, Schuit van ¾ ton (verouderd). Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
driekwart , driekwaart
, driekwart, zie ook: drieveedel. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
driekwart , dreekwarten
, niet volwaardig persoon (driekwart). Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst. |
driekwart , dreikwart , bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
, driekwart Een dreeikwart boks (Eex) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
driekwart , dreikwart , de
, (Zuidwest-Drenthe, noord) = niet al te snugger persoon, zie ook half Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
driekwart , driekwät
, zie drieklezoer Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
driekwart , driekwat , zelfstandig naamwoord
, et, de 1. drievierde deel 2. voor driekwart volwassen wild Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
driekwart , driekwat , bijvoeglijk naamwoord
, 1. voor drievierde deel 2. niet helemaal volwassen (van wild) Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
driekwart , drykwért , bijvoeglijk naamwoord
, driekwart , VB: Ich heb 't wérk vuur drykwért aof. Zw: 'r Ês drykwért Belsj: hij is gek. Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
driekwart , driekwart , bijwoord
, over iemand die zich afwijkend gedraagt. Cees Robben – Hullieje pa is unne wous.. hullie moeder unne abbetjoek.. en zelf is ’t ôôk mar unne drie-kwart... Vur de rest gaoget wel. (19840330) Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |