Woord: eergister
eergister , iergister
, eergisteren. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
eergister , eergister , eregister
, Ook eregister (Zuidwest-Drenthe, zuid) = eergisteren Eergister sneide het zo dat wij der haost niet deur kunden (Bei), Eregister(n) binne wij pas thuus ekomen (Hgv) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
eergister , iegister , bijwoord
, eergister Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
eergister , [eergisteren] , ieëgister , ieërgister
, eergisteren Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |