Woord: getogen
getogen , geteugen , getogen
, (Zuid-Drenthe). Ook getogen (Zuid-Drenthe, Noord-Drenthe) = getogen Wij bennen getogen Klazienaveners (Klv), Hij zal het wel weten, hij is hier geboren en getogen (Bro), Ik bin op Padhoes geboren en geteugen (Pdh) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
getogen , getogen , geteugen , bijvoeglijk naamwoord
, getogen, in geboren en getogen Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
getogen , getoëge , bijvoeglijk naamwoord
, getogen , VB: Ich been geboere en getoëge ién Groéselt. Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |