Woord: karot
karot , kehot
, rolletje centen of dubbeltjes enz. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
karot , kahot , kohoot , klemtoon op -hot , vrouwelijk
, kahotte/koohotte , kahötje/koohötje , karot, een in papier gewikkeld rolletje pasmunt van gelijke waarde bijvoorbeeld 50 centen, 50 dubbeltjes, 40 kwartjes of 50 gulden, zie ook: koohot. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
karot , kehot , zelfstandig naamwoord vrouwelijk
, kehotte , kehötsje , pasmunt , (rolletje pasmunt) kehot VB: De maan van de muülekes driejde de döbbelsjes ién kehotte. Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |