Woord: achterruit
achterruit , achterrute
, achterruit Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
achterruit , achterroete , (zelfstandig naamwoord)
, achterruit. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
achterruit , [achterruit] , achterroet , (vrouwelijk)
, achterruit , De achterroet vanne auto waas beslage. Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
achterruit , achterroêt , achterroet , zelfstandig naamwoord
, achterroete , achterruutje , achterruit Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |