Woord: afschoppen
afschoppen , afschupe
, afschuimen Alle kérremisse afschupe Overal voor de lol naar toe gaan. Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
afschoppen , [afsteken] , aafsjope
, het bovenste laagje grond met de platte sjoop (een soort schop) afsteken Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
afschoppen , aafsjope , werkwoord
, sjooptj aâf, sjoopdje aâf, aafgesjoopdj , bij het spitten de bovenlaag van de nieuw te spitten voor (met een sjoop, zie aldaar) verwijderen en deponeren in de laatstgespitte voor ook aafstaeke Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |