Woord: bindel
bindel , binjel , mannelijk
, binjele , binjelke , kouseband. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
bindel , binjel , zelfstandig naamwoord
, binjels/binjele , binjelke , kousenelastiek, kousenband (afgeleid van het Middelnederlandse bindel – riem, band) Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
bindel , bîngel , zelfstandig naamwoord, mannelijk
, bîngels , bîngelke , kousenband Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |