Woord: hakselmes
hakselmes , hakselmes , o
, hakselmes. Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
hakselmes , hakselmes , het
, mes waarmee men haksel maakt An de zomp zat een hakselmes en as het hakseln daon was wuur het hakselmes in de zomp legd, dat de kinder der niet bijkunden (Sle) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
hakselmes , hakselmets , zelfstandig naamwoord
, hakselmetse , hakselmetske , halfrond mes, aan beide uiteinden voorzien van een haaks op het snijblad geplaatst handvat, dat werd gebruikt om stro fijn te snijden tot haksel (zie aldaar) Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |