Woord: hoger
hoger , hoeëger , hoeëgeroppes
, 1. hogerop, naar boven 2. richting Panheel, gezien vanuit de Dorpsstraat in Heel ook ómhoeëg zie ook liëger, liëgeraves en óngeraves Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
hoger , hogger , bijvoeglijk naamwoord
, vergrotende trap; hoger; Hòdde gin hógger kaort? - Had je geen hogere kaarten?; Miep Mandos-v.d.Pol - Aantekeningen Brabantse spreekwoorden - ; De kèèrk is hógger as de toore. Boutkan: (blz.35) hogger (met vocaalreductie); — comparat. van 'hoog', met vocaalkrimping Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |