Woord: kabuiskop
kabuiskop , kappeskop , m
, hoofd (scheldwoord). Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
kabuiskop , kappeskop , mannelijk
, kappesköp , bolrond hoofd; dommerik. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
kabuiskop , kappeskop
, enne groëte rónde kop (schaeldnaam). Bron: Kuipers, Cor e.a. (1989), È maes inne taes. Plat Hôrster, Horst. |
kabuiskop , kappeskop , zelfstandig naamwoord
, kappesköp , kappesköpke , domkop Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |