Woord: kalachtig
kalachtig , kalechtig , bijvoeglijk naamwoord
, kalechtige , spraakzaam (vaak in combinatie met een ontkenning); hae waas neet erg kalechtig – hij was niet erg spraakzaam zie ook gespriëkelik Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
kalachtig , kâlechtig , kâlejchtig , bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
, eerste vorm Nederweerts; tweede vorm Ospels; praatgraag Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |