Woord: kolig
kolig , koeluig , zelfstandig naamwoord
, koeluigskes , 1. zwart omrande ogen, waaraan je kon zien dat de desbetreffende man mijnwerker was 2. te zwaar opgemaakte ogen Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |