Woord: aardzwaluw
aardzwaluw , [soort vogel] , eerdzwalve
, soort van kwikstaart. Zie ook: veldakster, en: wipstartien. Bron: Molema, H. (1889), Proeve van een woordenboek der Drentsche volkstaal in de 19e eeuw, handschrift |
aardzwaluw , eerdzwalvien , het
, (dva) = soort van kwikstaart Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
aardzwaluw , eerdzwelver , eerdezwelver , zelfstandig naamwoord
, de; oeverzwaluw Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
aardzwaluw , aerdzwâlf , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk
, aerdzwâlve , oeverzwaluw Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |