Woord: bekakt
bekakt , bekakt , bijvoeglijk naamwoord
, 1. storend en op haast lachwekkende wijze verwaand 2. in Hi’j kwam d’r bekakt of bekaaid Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
bekakt , bekaktj , bijvoeglijk naamwoord
, bekakdje , arrogant Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |