Woord: beschrijven
beschrijven , beschrieven
, (= beschrijven), in den zin van: iemand een schrijven doen toekomen; wie kennen hōm nijt beschrieven, zooveel als: wij kennen zijne verblijfplaats, weten zijn adres niet. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
beschrijven , beskriewn , werkwoord
, een akte opmaken van. Dat hef wat te beskriewn, dat beskrif oew wat, dat heeft voeten in aarde Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl. |
beschrijven , besjrieve
, besjreef, haet of is besjreeve , beschrijven. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
beschrijven , beschriem
, beschreef, beschreem , beschrijven; beschrif: beschrijft; * det beschrif wat!: dat is lang niet niks. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
beschrijven , beschrieven , sterk werkwoord, overgankelijk
, 1. beschrijven De eine kan de olde tied beter beschrieven as de ander (Bco), De achterkant van de scheurkalender beschrief wij aaid (Sti), De notaoris komp mörgenmiddag um de boedel te beschrieven (Rol) 2. bekladden Ze hebben de hele mure van de schoele beschreven met leuzen (Eri) 3. veel betekenen Geld beschrif wat bij veul mensen (Zey), Het beschrif wat um daor de boel oet mekaor te kriegen heeft nogal wat voeten in de aarde (Eke) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
beschrijven , beschrievm
, beschrijven. Hie leut ’t huus veur tweehonderdtachtigduuzend euro beschrievm. Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde. |
beschrijven , beschrieven , werkwoord
, 1. schrijven op 2. (licht negatief) steeds schrijven 3. door te vertellen uitbeelden 4. schriftelijk opsommen, vastleggen, bepalen 5. veel inhouden, veel impact hebben 6. bij provisionele verkoop een bod uitbrengen Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
beschrijven , besjriéve , werkwoord
, vermaken , (bij testament vermaken) besjriéve (zie 'schrijven') VB: 'r Hèt 't hoés op ze nissjeke laote besjriéve. Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
beschrijven , beskrieven , (werkwoord)
, beskrif, beskreef, beskröven/ , beschrijven. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
beschrijven , [beschrijven] , besjrieve
, beschrijven Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
beschrijven , beschriêve , werkwoord
, beschrieftj/beschriftj, beschrieëf/beschreef, , beschrijven, dagdromen Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
beschrijven , beschrèève , sterk werkwoord
, beschrèève - beschrêef - beschreeve , inhouden, inhebben; van belang zijn; geen vocaalkrimping; Van Rijen (1998): 'Dieje kèrremes, dè beschrèèft me wè!'; Frans Verbunt: dè beschrèèft wè - dat heeft heel wat voeten in aarde; C. Verhoeven, Herinneringen aan mijn moedertaal (1978): BESCHRIJVEN (beschrééve) onov.ww., inhouden, inhebben, ingewikkeld zijn en lang duren, van belang zijn: dè beschrééft wè .Reelick, Bosch' woordenboek (1993 & 2002): beschrève - van belang zijn, ingewikkeld zijn Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |