Woord: gewinnen
gewinnen , gewönnen
, zie: gewodden; uitdr.: ’k kan d’r niks mee gewönnen. Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst. |
gewinnen , gewönnen
, ik kan d’r niks met gewönnen: ik kan er niets mee beginnen. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
gewinnen , gewinne , werkwoord
, wennen Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |