Woord: goudsbloem
goudsbloem , goldjebloum , goltjebloum
, goudsbloem, goudjesbloem (v. Dale). Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
goudsbloem , [soort bloem] , goldblommĕ
, goudsbloem. Bron: Ebbinge Wubben, C.H. (1907), ‘Staphorster Woordenlijst’, in: Driemaandelijkse Bladen 6, 61-94 |
goudsbloem , gouker , zelfstandig naamwoord de
, Dialectische variant van goudsbloem (verouderd). Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
goudsbloem , goldbloemen
, goudsbloemen. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
goudsbloem , goldbloem , goldjebloem, goldsbloem, goldsiebloem, golliebloem
, (Zuidoost-Drents zandgebied, Zuidwest-Drenthe, noord). Ook goldjebloem (Zuidoost-Drents veengebied, Noord-Drenthe), goldsbloem (Zuidoost-Drents zandgebied, Kop van Drenthe, Zuidwest-Drenthe), goldsiebloem (Zuidoost-Drents veengebied), golliebloem (Midden-Drenthe) = goudsbloem, Calendula officinalis Aj goldjebloumen bai de muren langes zaaien, dan hej ok gien last van mieghummels (Row) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
goudsbloem , gooldsjebloeme , gooldsbloeme, goolzebloeme, gooldsebloeme, gooldsj , zelfstandig naamwoord
, de; goudsbloem, gooldsies (mv.) Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
goudsbloem , gouwsblom , zelfstandig naamwoord
, gouwsblomme , gouwsblommechie , goudsbloem Van de moffe mogge me in d’n oorlog gêên gousblomme in d’n tuin hebbe omdasse orañje waere Gousblomme hellepe tege de miere Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
goudsbloem , goudsbloom , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk
, goudsblome , goudsbleumke , ganzebloem, gele Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |