Woord: haarblok
haarblok , haarblòk
, blok gebruikt bij het haren. Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo. |
haarblok , haarblok , zelfstandig naamwoord
, haarblokke/haarblök , haarblökske , houten blok, waarop een haariezer of hiërsel (zie aldaar) is bevestigd. Hierop kon de boer zittend de zeis haren (zie aldaar). Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
haarblok , haarblok , zelfstandig naamwoord, mannelijk
, haarblök , blok met haarspit Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |