Woord: hortelen
hortelen , horrelen , hottelen , werkwoord
, slecht in elkaar zetten Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
hortelen , hottelen , werkwoord
, 1. ergens aan omrammelen, heen en weer rammelen 2. rammelend en stotend, hortend rijden 3. hakkelen, stotteren 4. zie horrelen Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
hortelen , hortele , werkwoord
, (Ospels) klonteren Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeƫ Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |