Woord: netengat
netengat , [humeurig persoon] , netegaat , (onzijdig)
, iemand die niet veel kan verdragen, zie ook netekop Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
netengat , netegaât , netegaat , zelfstandig naamwoord
, netegate , netegaetje , driftkikker Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
netengat , netegaat , zelfstandig naamwoord, onzijdig
, netegater , persoon, lastig , persoon, snel geprikkeld Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |