Woord: reglement
reglement , rigglement
, Beschikking of Reglement. Bron: J.A.V.H. (18e eeuw), Haagsch Nederduitsch woorden-boekje. Den Haag: Johannes Mensert. Uitgegeven in: Kloeke, G.G. (1938), ‘Haagsche Volkstaal uit de Achttiende eeuw’, in: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde 57, 15-56. |
reglement , reeglement , onzijdig
, reeglemente , reglement. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
reglement , regelement , reglement , het
, regelementen , Ook reglement = regelement Hij heul zuk niet an de regelementen (Bov), Een geval, waarin de statuten en het huusholdelijk reglement niet hadden veurzien (md) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
reglement , riegelment , riegelement, reglement, regelement , zelfstandig naamwoord
, et; regelement: geheel van afspraken, regels, voorschriften Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
reglement , riggelemeent , zelfstandig naamwoord onzijdig
, riggelemeente , - , reglement , VB: 't Oprichtingsriggelemeent van de sjöttery ês oét 1619. Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
reglement , reglemênt , riggelemênt, riglemênt , zelfstandig naamwoord, onzijdig
, reglemênte/rig(ge)lemênte , reglement Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |