Woord: ribbenkast
ribbenkast , rubbekas , mannelijk
, rubbekės , rubbekėsjke , ribbenkast. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
ribbenkast , ribbekast , de
, 1. ribbekast De huile ribbekaast dut mie zeer van het housten (Erf), Hij kreeg wat op de ribbekast een pak slaag (Odo), Die kerel het gien haart in zien ribbekaast (Pei) 2. houtconstructie (Zuidwest-Drenthe, noord) De ribbekaaste van die olde boerderije zet der nog best uut (Dwi) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
ribbenkast , ribbekäste
, ribbenkast, romp Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
ribbenkast , ribbekaaste , zelfstandig naamwoord
, de 1. ribbenkast, lichaam 2. zeer mager mens of dier Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
ribbenkast , rubbekas , zelfstandig naamwoord vrouwelijk
, rubbekaste , - , ribbenkast , VB: Naodat ich mêt de fits gevalle wäor, doog m'n gaanse rubbekas mich pyng. VB: Menneke, es te neet sjtel bis, daan krys te d'r dalik uüver d'n rubbekas. Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
ribbenkast , ribbekaste , (zelfstandig naamwoord)
, ribbenkast. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
ribbenkast , ribbekast , ribbekaste
, 1. (deel van het) geraamte; 2. lichaam; ribbensmeer, pak slaag. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |
ribbenkast , [ribbenkas] , rubbekas , rubbekast , (mannelijk)
, ribbenkas, borstkas Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
ribbenkast , rubbekas , rubbekast , zelfstandig naamwoord, mannelijk
, rubbekest , rubbekesje , borstkas Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
ribbenkast , ribbekassjie jonem
, dood; om kroosjies Bron: Grauw, Sibrand de en Gerard Gast (2014), ABC Dordt. Dordtse woorden en uitdrukkingen, dialect, verhalen en versjes, gedichten en straattypes, Asaprint Uitgeverij, Dordrecht. |